Het is warm. De stad ruikt zoals de steden waar ik was op verre reizen. De geur van de hitte vermengt zich met uitlaatgassen. De avondzon voelt nog steeds warm als ie op mijn gezicht schijnt. De wind waait in warme vlagen langs me heen, soms het geurtje van het meisje dat voor mij fietst met zich meenemend.
Als we aankomen op het voetbalveldje in het Westerpark hebben al veel Amsterdammers hetzelfde gedaan wat wij ook willen doen. We leggen ons picknickkleedje neer, pakken wijn, toastjes, humus en tomaatjes. We kunnen vanaf onze plekken precies op de schermen kijken die naast het podium hangen. We zijn op tijd, Lenny Kravitz is nog niet in beeld.
We liggen, praten, zitten in kleermakerszit, drinken koele witte wijn en eten toastjes met humus en stukjes tomaat. De zon zakt steeds verder naar beneden en kleurt de hemel roze. Dan horen we zijn stem: “Hello Amsterdam…”
We springen op, gaan op ons tenen staan en kijken naar het scherm. Lenny heeft zijn zonnebril op, pakt zijn gitaar, kijkt weer naar het publiek en zegt: “It’s good to be home”. “Oooh!” zucht ik tegen mijn vriendin “Er zit zoveel testosteron in die stem alleen al”
Lenny speelt, wij luisteren, zuchten, klappen en joelen. De zon is inmiddels verdwenen en de maan komt op. Het is een mooie volle en ronde maan. Tussendoor drinken we nog wat wijn, en eten de tomaatjes met de humus, nu zonder toastjes. Ik ga liggen, op mijn rug, luisterend naar de klanken van Lenny en kijk omhoog. De lucht is nu donkerblauw, snel zullen de eerste sterren zichtbaar zijn.
Ineens is het stil, wij springen op, bang dat ie alweer weggaat. Maar nee, met zijn fotocamera is hij naar de eerste rij gelopen om foto’s te maken van de mensen daar. Die zullen terug te zien zijn op zijn Facebook en op Twitter, zo zegt hij.
Dan slaat zijn band de relaxte tunes aan van 'Let love rule' en val ik bijna om als hij het eerste woord van het liedje: ‘Looove’ kreunt. “Hij schijnt seksverslaafd te zijn” stoot mijn vriendin me aan terwijl ze naar me grijnst.
Als Lenny later, na zijn gitaar en de piano, ook nog vol ritmegevoel met zijn beide handen op trommels gaat zitten rammen toetert mijn vriendin in mijn oor: ‘He can play the guitar, he can play the piano, he can play the drums, he sure as hell can fuck!’ En ik krijg, in combinatie met de vele witte wijn, de slappe lach.
Als de Grote Beer goed zichtbaar aan de hemel staat, neemt Lenny afscheid van ons. “I love you Amsterdam, there is such a good vibe here”. En ik ben het met hem eens: de hemel laat zijn sterren zien, koud is het nog lang niet en iedereen om me heen staat op zijn blote voeten te dansen op zijn muziek. We zingen nog net geen love and peace. Maar zo voelt het wel. Ik ben verliefd op de avond, op de zomerlucht, op Amsterdam, op iedereen die om me heen staat, maar nog het meeste ben ik deze avond verliefd op Lenny.
