Het is aan alles te zien. Het licht is anders. De zon schijnt niet langer rond zeven uur ‘savonds mijn huis binnen. En de prisma die ik voor het raam heb hangen maakt geen kleuren meer op mijn witte muur.
Je ruikt het ook. Zoals je het groene voorjaar met zijn frisse wind je zachtjes in je rug blaast, de zomer je omhult met z’n zoetheid, zo heeft de herfst ook een eigen geur. Maar hoe deze ruikt, kan ik moeilijk beschrijven. Het heeft een bepaalde melancholie in zich. Het voelt ineens zo voorbij. Het lijkt het woord loslaten te schreeuwen.
En met loslaten heb ik moeite. Misschien dat de herfst mij dat lesje wil leren. Want de natuur is hierin eigenlijk de grootste leermeester. Elk jaar, ieder seizoen, iedere dag kan ik naar buiten stappen en leren wat de natuur me vertelt: iets ontstaat, groeit uit tot iets moois, om daarna te verzwakken en los te laten. Dan is er even bezinning, rust en ruimte om iets nieuws te laten groeien. Wat vanzelf zal gebeuren.