Tranen prikken door haar stem als ze over haar oma vertelt, haar toonhoogte wordt steeds iets hoger en in haar waterige ogen vormen zich grote tranen. Haar woorden gaan voor een gedeelte langs mij heen maar haar stem doet mij een beeld vormen van haar oma en de band die ze nog steeds hebben. Al is haar oma niet meer hier. Toch, terwijl ze mij over haar vertelt lijkt ze bij ons te zijn, niet als derde persoon, maar in mijn vriendin, onlosmakelijk verbonden. Samen één, nooit door dood te scheiden.
Ze had gehoopt dat het verdriet over zou gaan in een soort berusting. Natuurlijk stoppen de tranen na een tijdje, maar de pijn en het gemis blijven. Terwijl ik haar woorden weer oppik voel ik haar pijn. Want als je zo intens en onvoorwaardelijk van iemand houdt dan stopt de pijn nooit als de persoon wel stopt te bestaan in jouw leven.
Als een stukje in jezelf wat door het dagelijkse leven wat minder belicht raakt, maar waar soms ineens de schijnwerpers weer vol op staan. Ineens voel je weer zoals toen en blijkt het gemis niet minder maar misschien wel meer geworden. Omdat er zoveel stukjes van jouw leven bij zijn gekomen die je niet meer samen hebt kunnen delen.
Want opa's en oma's, geliefden, beste vrienden en vaders of moeders, in allen van hen kunnen zielenmaatjes van ons schuilen. En als zij, al dan niet door de dood, uit ons leven gaan, dan blijft er een leegte achter.
Toch hoeft die leegte denk ik niet alleen leeg te zijn. Die leegte geeft aan dat jij onvoorwaardelijk lief kunt hebben. Dat er iemand in je leven was die er met kop en schouders bovenuit stak. Iemand bij wie je voor altijd wilde zijn.
Ik geloof dat die leegte en de persoon (met al zijn kwaliteiten en liefde) die de leegte ooit innam, maken dat jij gekleurd bent. Dat je bent gegroeid, wijzer bent geworden en zo heel,
ontzettend veel mooier...