Ik hef mijn gezicht op, en sluit mijn ogen even voor de nevel die de miezer veroorzaakt. Even gluur ik door mijn wimpers heen, naar de wolken boven mij. Zou je daar zijn, vraag ik mij af. Want als we het over mensen hebben die dood zijn, wijzen we vaak naar boven. De hemel zou daar ergens moeten zijn. Jij op een wolkie zeg maar, volgens de kinderboeken.