De kou, de donkere avond en de klassieke muziek doen me denken aan vroeger. Toen ik op mijn kamertje voor mijn tentamens zat te leren. Terwijl jij beneden stond te koken en ik de geur van het eten kon ruiken, was ik aan het blokken met klassieke muziek keihard aan, omdat mij dat hielp me beter te concentreren. Bijna twee jaar geleden is het. Zo lang ben je er al niet meer. Het besef dat jij dood bent pap, voelt als een constante marathon.
Met driftige gebaren zit ik te vertellen. Hij zit tegenover me en knikt. Luistert. En knikt. Zelfs als hij iets had willen zeggen, was dat waarschijnlijk niet gelukt. En dus knikt hij en zie ik hem naar mijn zwierende armen kijken. Ik zie hem kijken, maar ik praat door. Ik heb het bloedheet en ik ben boos.