"Lein toeeee" klinkt haar lieve hoge stemmetje, een tikje zeurend door de telefoon. Mijn zus is onderweg om haar kleine bij mij te droppen, maar het gaat mevrouw niet snel genoeg en dus moest er gebeld worden.
Hij staat voor mijn deur. Zijn lange blonde haar zit een beetje door de war. "Ga je mee bootje varen door Amsterdam en dan ergens een ijsje eten?" vraagt hij. Als een echte schipper stuurt hij ons perfect door alle smalle grachtjes om te stoppen bij een Italiaanse ijssalon. Een paar weken later roep ik hem als ik hem toevallig frisbee zie gooien bij een basketbalveldje.
'Waaaat?!!!' roept ze uit. Ik glimlach en knik. 'Nee, echt?' vraagt ze nogmaals ter bevestiging. Zonder mijn antwoord meer af te wachten gilt ze het uit en geeft me een duwtje tegen mijn schouder. 'Waaaaahaaaaaa, wat cool!' gilt ze erachter aan. Om mij heen zie ik wat mensen naar ons kijken. 'Iedereen denkt nu waarschijnlijk dat ik zwanger ben ofzo' grinnik ik, terwijl ik naar het rode voetgangerslicht kijk.
“Wie komen er allemaal vandaag?” vraag ik haar. “Juul en Raffael” zegt ze ferm maar met een raar stemmetje, wat veroorzaakt wordt door het feit dat ze als een malle op de trampoline heen en weer springt. Ik moet lachen om haar antwoord omdat ik weet dat er veel meer kinderen gaan komen op haar vierde verjaardag; maar dat deze twee blijkbaar voor haar het belangrijkste zijn.
"Heee mama!" roept de jongste ineens grijnzend naar me. "Hey", knipoog ik terug naar hem omdat hij al het hele weekend grappig vindt mij zijn moeder te noemen.
Het geschreeuw en au-geroep komt even tot rust en beiden kijken nu mijn kant op.
"Ben jij een mama" vraagt de oudste.
"Nee" zeg ik.
"Waarom niet?"
"Uhm..." begin ik.
Ik duik knettermoe mijn bed in. Ik rol alleen nog even op mijn zij om de wekker te zetten. Het is nog niet eens acht uur. Door mijn witte gordijnen schijnt sluimerend licht. Ineens hoor ik weer de kinderstemmen in de straten klinken, zoals ze vroeger klonken. Alleen was het toen nog iets vroeger, en was ik net door mijn moeder binnengeroepen.
“Wilt u dit katje ook aaien?” vraagt hij mij. “Je hoeft geen u te zeggen hoor, zo oud ben ik ook nog weer niet” zeg ik als ik over de vloer naar hem toeschuif om het kleine witte katje dat hij in zijn armen houdt te aaien. “Hoe oud bent u dan?”vraagt hij me. Hij en zijn jongere zusje staren mij gespannen aan.