Ik duik knettermoe mijn bed in. Ik rol alleen nog even op mijn zij om de wekker te zetten. Het is nog niet eens acht uur. Door mijn witte gordijnen schijnt sluimerend licht. Ineens hoor ik weer de kinderstemmen in de straten klinken, zoals ze vroeger klonken. Alleen was het toen nog iets vroeger, en was ik net door mijn moeder binnengeroepen.