Groen, rood, oranje, geel, bruin. Mijn schoenen woelen bladeren in alle kleuren om terwijl ik in het bos loop. Het regent licht. Een paar mensen die ik tegenkom schuilen onder hun paraplu of zijn weggedoken onder hun capuchon. De meesten zitten waarschijnlijk binnen met dit weer. Ik vind het juist heerlijk om buiten te zijn. De regen voelt als een als lichte nevel op mijn gezicht. De aarde komt door de neerslag tot leven en stuurt geuren de lucht in.
Ik hef mijn gezicht op, en sluit mijn ogen even voor de miezer. Even gluur ik door mijn wimpers heen, naar de wolken boven mij. Zou je daar zijn, vraag ik mij af. Want als we het over mensen hebben die dood zijn, wijzen we vaak naar boven. De hemel zou daar ergens moeten zijn. Jij op een wolkie zeg maar, volgens de kinderboeken.
Laatst las ik dat hartchirug Pim van Lommel, die wetenschappelijk onderzoek deed naar bijna-doodervaringen, betwijfelt of de ziel in de hersenen huist. Zoals ik ook maar gewoon aannam, omdat de hersenen daar zitten. Maar misschien zit de ziel niet in je hoofd, maar op een andere plek in je lichaam. Misschien zit jij niet boven mij op een wolk, maar sta je naast mij. En ben ik de sukkel die het niet ziet. Maar voor hetzelfde geld ben je er helemaal niet meer. Is je lichaam onderdeel geworden van de aarde en is daarmee jouw bestaan verworden tot een herinnering. Niks geen ziel die doorleeft. Misschien maken we onszelf dat hele 'leven na de dood' gebeuren wijs omdat we bang zijn voor het definitieve van de dood. Bang om 100% op te houden met bestaan. Niets achter te laten. Te stoppen, te vervagen.
En toch, en toch...misschien zitten die hersenen van ons soms juist in de weg. De maatschappij die zo ver is gekomen door 'te bestaan, want ik denk'. Misschien verschijnt er een andere waarheid als we anders zouden gaan zien en die hersenen van ons niet zoveel overuren zouden laten maken.
De nevel wordt zwaarder en de miezer zet zich om in dikke druppels die steeds sneller uit de lucht vallen. Ik trek mijn jas dichter om mij heen en trek een sprintje naar de dichtstbijzijnde boom om onder de bescherming van zijn bladeren, de regen in de drup af te wachten.